107. Grondster: plant zonder vaste verblijfplaats
Grondster (Illecebrum verticillatum) is zeker geen onopvallende plant, wel zeldzaam in grote delen van Nederland en die delen lijken de laatste jaren steeds groter te worden. Grondster groeit vooral op schrale zandgronden. Dus in Zuid-Limburg was deze plant waarschijnlijk altijd al zeldzaam, maar nu gaat de plant ook Noord en Midden-Limburg achteruit. En eigenlijk in heel Nederland. Jammer, want het is een bijzondere plant.
Grondster vol in bloei op praktisch kale grond
Grondster en zijn familie
Grondster in bloei is een fraai gezicht. De plant ligt uitgespreid op de grond, als er geen andere planten staan, en stuurt een beetje slordig zijn takken vol bloemetjes over de grond alle richtingen op. De bloemetjes zijn klein, maar staan in groepjes; ze zijn wit met wat rood. De stengels zijn meestal rood en de blaadjes kunnen van groen naar rood verkleuren. Grondster kan een halve meter doorsnede halen en als die helemaal in bloei staat op kale grond, is het zeker geen onopvallende plant.
De familieleden breukkruid en riempjes zijn minder opvallend, maar groeien ongeveer op dezelfde manier als grondster: plat op de grond alle kanten op. Vroeger schijnen ze min of meer hetzelfde biotoop gehad te hebben: kale plekken op de hei. Maar die laten ze nu grotendeels over aan de grondster; breukkruid en riempjes schijnen nu een voorkeur te hebben voor spoorwegterreinen. Breukkruid schijnt ook op oude mijnsteenbergen te staan in Zuid-Limburg.
Op het eerste gezicht lijkt grondster niet alleen geen vaste verblijfplaats te hebben zoals in de titel staat, maar ook geen familie: het is de enige plant met de geslachtnaam 'Illecebrum' wat zoiets als 'bekoorlijk' betekent, het tweede deel 'verticillatum' van de naam betekent zoiets als 'ronddraaiend' en verwijst naar de bloeiwijze (krans) en/of naar groeiwijze. De Engelse naam verwijst ook naar een fraaie plant 'koraal ketting' (Coral necklace).
Verrassend is dan weer de oude Nederlandse naam 'gekransde hardkelk'. Dat 'hardkelk' slaat op het feit dat de bloemknoppen 'hard' aanvoelen, het lijkt alsof het om de zaadknop gaat in plaats van de bloemknop. Dit heb ik uit de boeken, ik heb niet aan de plant gevoeld want ik wist in de afgelopen zomers niet dat er iets te voelen viel. Maar de Duitse naam is nog steeds 'Knorpelkraut' wat 'kraakbeen kruid' betekent, een naam die ik ook in het 19e eeuwse Nederlandse boeken ben tegengekomen, dus die harde knoppen zullen wel kloppen.
Vroeger waren er meer planten met de geslachtsnaam Illecebrum, maar langzaam maar zeker zijn die allemaal naar andere families verhuisd. De deskundigen vinden dat ook de grondster eigenlijk geen aparte geslachtsnaam moet hebben, maar voorlopig laat men het maar zo. De plant hoort in ieder geval bij de anjerfamilie en de naaste familie leden zijn o.a. spurrie en rode schijnspurrie en planten als vetmuur, hardbloem en de genoemde breukkruid en riempjes. Allemaal planten, behalve spurrie, die in ieder geval ik niet regelmatig zie. Het grote verschil zou wel eens kunnen zijn het 'bekoorlijke' in de naam van de grondster. Die andere zijn veel minder opvallend. Ook van dichtbij is grondster een fraaie plant
Plant zonder vaste verblijfplaats
Grondster is eenjarig en groeit op schrale zandgronden en daarvan hebben we er vrij veel in mijn omgeving: de Kampina in Midden-Brabant. Maar ook daar kom je de plant niet regelmatig tegen. De grondster kiest hele speciale plekken: er moet niet teveel andere begroeiing zijn, liefst helemaal geen. Schrale gronden zoals gezegd en dan graag in de winter een plasje water dat tegen het voorjaar verdwijnt! Het resultaat is dat de grondster meestal op de hei staat aan de rand van een zandpad! Dan weet je waar je moet zoeken zou je zeggen. Maar als ik er een vind en ik prent de plek goed in mijn geheugen, blijkt het volgende jaar dat dáár de grondster niet staat en ook niet in de directe omgeving! Waarschijnlijk staat ieder jaar wel ergens op de Kampina grondster, maar waar?
Ik heb maar één uitzondering gezien. Een aantal jaren geleden werd een dennenbos gekapt en de toplaag werd afgevoerd. Wat er overbleef was extreem schrale grond. De eerste twee jaar leek er eigenlijk niets te gebeuren, maar toen begon er leven te komen. Op de droogste plekken groeiden de kiemplantjes van de struikheide en op de nattere verschenen grassprietjes, waarschijnlijk van pijpenstrootje en bochtige smele: de planten die waarschijnlijk ook bedoeld waren om daar een nieuw stuk heide te beginnen. Maar de eerste plant die daar uitbundig in bloei kwam was de grondster en dat met zeker twintig planten. Zelfs het jaar daarna stonden er weer een paar planten van de grondster, maar daarna had de grondster het daar weer gezien. Waarom? Geen idee, de begroeiing was natuurlijk wat toegenomen, maar volgens mij was er geen gebrek aan kale plekken. Maar de grondster dacht er blijkbaar anders over. De kapvlakte waar de dennen zijn gekapt en waar daarna de toplaag werd afgevoerd
Het raadsel van de grondster
Ik heb in de literatuur niets kunnen vinden over de manier waarop grondster zijn groeiplaatsen bereikt. Want eigenlijk is dit heel vreemd. Het zaad van een eenjarige plant moet bij toeval een goede groeiplaats bereiken dat is duidelijk. Verschillende eenjarige planten hebben dan ook allerlei hulpmiddelen bedacht om het toeval te helpen zoals wegschieten van zaden, zweven op de wind of aan de vacht van dieren plakken en dergelijke. Maar als ze een goede plek hebben gevonden, proberen ze daar zoveel mogelijk en zolang mogelijk te groeien, bloeien en zaad te vormen. Meestal moeten de andere planten of de boer er een eind aan maken anders gaat het jaren door. Alleen op lange termijn kan het gebeuren dat een plant zijn eigen standplaats verpest door teveel van een van de meststoffen te gebruiken of dat hij last krijgt van het eigen afval.
Grondster heeft geen speciale middelen om zijn zaad te verspreiden en blijkbaar is meestal na één jaar de grond al niet meer geschikt voor deze plant. Hoe houdt de plant dan de continuïteit er in? Ik heb het niet kunnen vinden. Het enige wat mij opviel is dat de Oecologische Flora meldt dat het zaad van familielid spurrie gemakkelijk meer dan duizend jaar kiemkrachtig blijft. Spurrie zaden uit de IJzertijd (enkele honderden jaren voor Chr.) die gevonden werden bij opgravingen in Denemarken, bleken namelijk nog kiemkrachtig! In spurrie zaden zit een dikke olie die voorkomt dat het zaad gaat rotten in de grond, net als bij papaverzaden. Zou dat ook voor het familielid grondster gelden? Dat zou betekenen dat in de hele Kampina een 'laag' zaad van de grondster ligt te wachten op het goede moment!
Grondster samen met kleine waternavel op een modderige plek
Blijft het probleem waarom de plant het na één jaar op een plek wel weer gezien heeft. Verpest de plant het voor zichzelf of verzuurt de plek te veel door zure regen in dat ene jaar?
Ik heb de indruk dat ik weer eens met meer vragen eindig dan waar mee ik ben begonnen. Overkomt me wel vaker.
Jan van Dingenen - 2017
Naschrift
Naschrift
Dit artikel is deel een serie waarbij de lezers van De Natuurgids een wilde, inheemse plant mochten kiezen en ik zou dan proberen daar een artikel over te schrijven. Onderstaand de artikelen in deze serie die nu op deze site staan.
- 107. Grondster: plant zonder vaste verblijfplaats
- 108. Wolfskers: mooi, beetje eng en zeer giftig
- 110. Goudveil, bescheiden maar kieskeurig
- 111. Moesdistel, een vriendelijke distel